ABN Amro ziet strengere bankregels uit het Zwitserse Bazel niet met angst en beven tegemoet. Het concern worstelt wel met de lage rente, een hoge kostenstructuur en de omschakeling naar een digitale bank.
Dat beeld kwam naar voren tijdens de aandeelhoudersvergadering eerder deze week waar ook de VEB bij aanwezig was.
Voor het eerst in negen jaar hield ABN Amro weer een aandeelhoudersvergadering waar niet alleen de Staat aan tafel zat. Sinds de beursgang afgelopen november heeft de bank weer vele aandeelhouders.
Waar tien jaar geleden nog overnames, internationale expansie en torenhoge ambities de agenda bepaalden, benadrukte ABN Amro tijdens de beleggersbijeenkomst nog maar eens het defensieve karakter van de bank, het zware accent op Nederland en de stevige kapitaalbuffers.
´Geen groeiaandeel´
Van een sprong voorwaarts omdat in Nederland nauwelijks groei mogelijk is, wilde Zalm niets weten. ‘Met grote sprongen moet je enorm uitkijken. Meestal pakt het niet uit zoals je verwacht’.
´ABN Amro is geen groeiaandeel. We willen wegblijven van geforceerde avonturen waar je eigenlijk van weg wil blijven´, aldus de topman.
Veruit het grootste deel van de balans bestaat uit hypotheekleningen – circa 150 van de 390 miljard euro 1– en ABN Amro gaf aan ´weinig dynamiek´ in de hypotheekmarkt te verwachten. ´We zullen al erg ons best moeten doen om deze portefeuille te laten stabiliseren´, zo zei Zalm.
De keerzijde van de gebrekkige groeimogelijkheden is dat de bank een behoorlijk dividend kan uitkeren zonder de kapitaalpositie te verzwakken, zo gaf het bestuur van de bank aan.
Achilleshiel
In het Zwitserse Bazel zullen banktoezichthouders mogelijk vraagtekens zetten bij ABN Amro’s marketingverhaal van oerdegelijke bank.
De Zwitsers zijn bezig met het afronden van nieuwe bufferregels. Die gaan mogelijk voorschrijven dat banken veel meer kapitaal moeten aanhouden voor hypotheken (Basel 4). Vooral Nederlandse banken worden dan hard geraakt omdat hypotheekschulden hier ten opzichte van de waarde van het vastgoed uitzonderlijk hoog zijn.
Van de grote drie – ING, Rabobank en ABN Amro – heeft ABN Amro in relatieve zin de grootste blootstelling aan hypotheken. Doordat de regels nog niet zijn uitgekristalliseerd is een exacte impact van de nieuwe regels niet te becijferen. Maar onderzoeken naar de worst case uitkomsten geven aan dat de kernkapitaalratio van ABN Amro wel met ruim 4 procent kan dalen.
Zalm gaf aan dat het waarschijnlijk zo een vaart niet zal lopen. ´We hebben een miljoen hypotheken en we hebben enorm veel data over een lange periode met twee huizencrises erin´, aldus Zalm.
´Voor het bepalen van de kapitaalweging is het gebruik van deze gegevens veruit te prefereren boven uniforme regels die voor alle landen zouden gelden. Het hypotheeksysteem is in ieder land anders. In sommige landen moet je wel 6 jaar procederen bij de rechter als een klant zijn verplichtingen niet nakomt´, aldus ceo Zalm.
´Uniek Nederland´
ABN Amro lijkt er vanuit te gaan dat de Bazel-regels uiteindelijk rekening zullen houden met de ´unieke Nederlandse situatie´.
Als dit niet het geval is kan ABN Amro naar eigen zeggen tegen een stootje vanwege de bufferratio van 15,8 procent. ´ING heeft een zwakkere kapitaalratio´, zo haalde Zalm uit richting de grotere buur.
Dat laat onverlet dat ABN Amro in een worst case scenario in de problemen kan komen. Als er ruim 4 procentpunt van de buffer afgaat zou ABN Amro onder een ratio van 12,5 procent duiken die de toezichthouder stelt voor het jaar 2019.
Deuken in de buffers zouden ook tot gevolg kunnen hebben dat de riante dividenduitkeringen onder druk komen te staan.
Verdienmodel en kosten
Ondertussen worstelt ABN Amro met haar verdienmodel. Door de extreem lage rente zal de rentemarge onder druk komen te staan, de lage olieprijs zorgt voor afschrijvingen. Daarbovenop zorgen investeringen in ICT en bankbelastingen voor verder oplopende kosten.
Vooral door die hogere bankbelasting schoot kosten/baten/ratio, een maatstaf voor hoe efficiënt een bank opereert, in het eerste kwartaal van dit jaar omhoog naar 66,9 procent tegenover 56,2 procent een jaar eerder.
Topman Zalm hield vast aan de doelstelling om tegen 2017 de ratio op 56-60 procent te krijgen, maar in de aandeelhoudersvergadering lieten aandeelhouders blijken aan het realiteitsgehalte van die prognose te twijfelen.
En zelfs als de ambitieuze doelstelling wordt gehaald, lijkt nog steeds sprake van hoge kosten ten opzichte van andere banken. Zo streeft ING naar een ratio van 50-53 procent in 2017 en Rabobank naar 50 procent in 2020.
Door de hoge kostenbasis is ABN kwetsbaar voor disruptieve modellen van bijvoorbeeld fintech-bedrijven.
Kleintje
ABN Amro investeert fors in digitale innovaties om zowel de klant beter te bedienen als kosten te besparen – denk bijvoorbeeld bankieren via de smartphone en hypotheekadviezen via de webcam.
De laatste jaren wegen de baten van deze forse investeringen niet op tegen kosten, maar volgend jaar is er ook netto sprake van voordelen, zo bezwoer ceo Zalm.
De VEB uitte daarover zijn bedenkingen. Is het scenario dat IT-kosten structureel hoog blijven niet realistischer? En kan ABN Amro daadwerkelijk opboksen tegen grotere banken die veel hogere IT-budgetten hebben?
´In de tweede helft van dit jaar zullen we in een analistenbijeenkomst een nieuwe strategie toelichten. In dat kader zullen we ook laten weten of we niet meer moeten investeren in digitalisering, IT en innovatie´, aldus Zalm.
Interne controle
In de aanloop naar de beursgang in november vorig jaar moesten Gerrit Zalm en zijn medebestuurders enkele uitschuivers op het gebied van de interne controle opbiechten.
Zo waren er misstanden op het ABN Amro kantoor in Dubai. Naar aanleiding van een klokkenluidersmelding legde een eigen onderzoek van de bank bloot dat de private bankingpoot onvoldoende zorgvuldig was geweest bij haar klantacceptatie en de risicomanagementprocessen. Ook ontdekte toezichthouder De Nederlandsche Bank een tekortschietend integriteitsbeleid.
Door die incidenten waren beleggers ook geïnteresseerd of accountant KPMG het interne controleraamwerk bij ABN Amro aan een extra toets heeft onderworpen.
Dick Korf, die namens KPMG zijn handtekening zette onder de jaarrekening van ABN Amro, vertelde beleggers dat de interne controleomgeving geen apart speerpunt van hem was in het kader van de boekencontrole. ‘Wij hebben de interne controle omgeving als zodanig niet als doel van onze controle’, aldus Korf tijdens de bijeenkomst. ‘Onze opdracht is vooral om te kijken of de jaarrekening goed is: zijn de verplichtingen volledig en juist opgenomen?’
Bijvoorbeeld als het gaat om het naleven van wet- en regelgeving, zoals de Dubai-affaire. Om die reden hebben wij de juridische kwesties regulering, juridische procedures en klantzorg (“client care remediation”) wel in onze accountantsverklaring als speerpunt opgenomen.
Volgens Korf gaat het hier om allerhande verplichtingen die kunnen voortvloeien uit het niet-naleven van wet- en regelgeving. ‘Juist vanwege de Dubai-situatie hebben wij onderzocht of de verplichtingen die daaruit voortkomen toereikend verantwoord zijn in de jaarrekening’, aldus Korf.
‘Ruggengraat’
De interne controle omgeving omschreef Korf als de ‘ruggengraat’ van de accountantscontrole.
‘Die kunnen we alleen goed doen als het bedrijf de interne controle op orde heeft. Als dat niet zo is - en wij die controleomgeving niet kunnen repareren met onze externe controle - dan ontstaat er een probleem’, zo vertelde Korf aan de ongeveer 140 aanwezige beleggers.
Ook de interne accountantsdienst van ABN Amro heeft een ‘intensief onderzoek gedaan naar de situatie in Dubai’, zo meldde vertrekkend voorzitter van de auditcommissie Hans de Haan.
Die eigen boekencontroleurs van de bank rapporteren rechtstreeks aan de auditcommissie en dan wordt ‘de vinger gelegd op plekken waar die gelegd moet worden’, zo zei De Haan.
Vanuit de auditcommissie waren volgens De Haan geen additionele stappen nodig ‘omdat de maatregelen die het bestuur heeft genomen al toereikend waren’.